Maar goed, ik heb daar dus een kraam. En om mijn kraam te benoemen, bricoleerde ik dit:
Dat is leesbaar, niet?
Maar in plaats van die letters meteen te schilderen wegens geen tijd te verliezen, zat ik opeens te anagrammen. Je kent dat wel, letters door elkaar gooien en een nieuw woord proberen maken. Met het gejoel en de anagrampogingen van de kinderen ertussen bleek dat niet zo simpel.
We kwamen tot dit:
Maar dat sloeg op niet zo veel. En we hadden 3 letters over.
Dan was er dit:
Toen hadden we er nog maar 2 over. Dat was al beter.
En toen maakte de zoon er dit van:
Ik vond dat al redelijk straf. Maar ondertussen waren we wel elke link met GOEDvandoen kwijt. Dat vond de zoon echter geen bezwaar. Het volgende dat op tafel lag was:
Maar ze deden het graag en kregen ondertussen zelfgebakken koekjes bij wijze van vergoeding en ze mochten pipi gaan doen wanneer ze dat wilden, dus de omstandigheden en de sfeer waren opperbest.
Bovendien mochten ze ook stoppen wanneer ze wilden en dat was uiteraard voor de letters allemaal geschilderd waren. Ha ja.
Het anagram bleef in mijn been bijten. Ik zag het niet. En dat vond ik een gemiste kans, want hoe leuk zou dat niet zijn om de letters van GOEDvandoen zo nu en dan eens door elkaar te kunnen husselen en een prettig woord te vinden, enigszins gerelateerd aan GOEDvandoen. Ik besloot er een wedstrijd voor uit te schrijven. De eerste die met een GOED anagram op de proppen komt, krijgt 4 seizoenen na elkaar een t-shirt van GOEDvandoen, helemaal naar keuze. Zo dacht ik het. Schone prijs, toch.
En toen viel de avond. De kinderen sliepen. Vertederd keek ik nog eens naar die half geschilderde letters. En opeens zag ik het:
Meer heb ik daar niet aan toe te voegen. Maar als je graag letterkeert: ga je gang, de wedstrijd gaat nu in!