Ik stoef niet graag. Maar o hemel, wat tover ik de laatste tijd de heerlijkste maaltijden op tafel. En dat zonder veel moeite. Want we eten dan wel graag, we zijn ook graag een beetje lui. Ik doe het dus zo:
1. een wekelijks groentepakket van De Wassende Maan. Dat zet aan tot een immense creativiteit. Want je wil natuurlijk wel de hele inhoud van dat pakket in de pan hakken en niet in de GFT-bak. Kliswortel, zegt u dat iets? Mij nu wel. Net als mizuna, labboon, postelein, raapsteel en topinambour ofte aardpeer. Het klinkt allemaal even geweldig als het lekker is.
2. goede bronnen voor frisse recepten. Want bovenstaande ingrediënten vragen somtijds enige recherche. Met goede bronnen bedoel ik ook snel, handig en gratis. Online dus. Ingrediënt intikken en hop, je bent vertrokken. Ik heb het wel erg voor de groene prinses. Haar recepten sluiten perfect aan bij mijn eigenste smaak en ze beschrijft het allemaal zo lieflijk. Nadeel: de prinses is nog jong, dus je kan bij haar geen weken grasduinen om je weekmenu samen te stellen. Maar dan zijn er natuurlijk nog de recepten van Mme Zsazsa, netjes geordend, fraai geïllustreerd en sappig omschreven. Of de vrolijke bende van Bio de Janeiro. En naast mijn kookfornuis (en soms ook op mijn nachtkastje) ligt immer en altijd mijn kookbijbel Ecofabulous koken in alle seizoenen van Lisette Kreischer. En dat is ook snel en handig, want ik ken het ondertussen bijna uit het blote hoofd.
3. eens ik de ingrediënten en de bron heb gekozen, begin ik te jatten. In de keuken ben ik namelijk een echte dievegge: ik verzin weinig zelf, maar steel een stuk recept hier, een sausje daar, vervolgens pimp ik het nog wat naar eigen gevoel voor smaak en esthetiek om het tenslotte met een grote zelfvoldane grijns aan mijn huisgenoten te serveren, de gelukzakken.
Op zaterdag laat ik me echter graag bedienen. Vandaag was M. dus aan de beurt. Hij houdt het graag eenvoudig en overzichtelijk. Ieder zijn stijl. Hij maakte pastinaaksoep met amandelkruim van de groene prinses. Kijk eens hier:
Ik overdrijf niet als ik zeg dat we de hele kom soep al smakkend en kreunend (van genot, ja) naar binnen hebben gewerkt. Godenspijs. En dat amandelkruim, dat is een gerief. Ik maak dat te pas en te onpas, gooi dat op slaatjes, op stoofpotjes, op pasta en soms eet ik dat zelfs puur, omdat dat zo onbeschrijflijk lekker is. Ik voeg er wel nog een ferme geut rijststroop aan toe, zodat het kruim karameliseert in de pan. Niets zo gemakkelijk als lekker koken. Een appetijtelijke foto nemen, dàt is pas een uitdaging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten